|
april 2010
Lex ter Braak Scholieren zijn ontvankelijk voor kunst in de eigen omgeving door Robert-Jan Muller
Lex ter Braak is directeur van het Fonds Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst, de instelling die op landelijk niveau subsidies verstrekt aan individuele kunstenaars, vormgevers en architecten. Dit jaar besloot Ter Braak een subsidieregeling te starten onder de naam Kunstenaars en school. Deze regeling maakt het onderwijsinstellingen in breedste zin van het woord (van basisschool tot universiteit) mogelijk als opdrachtgever van kunstwerken op te treden. Daarmee blaast Ter Braak nieuw leven in een vergelijkbare subsidieregeling, die tot 2009 door de Mondriaan Stichting werd uitgevoerd en in dat jaar werd beëindigd..
De achtergrond van Ter Braak heeft wellicht meegespeeld in zijn besluit de regeling Kunstenaars en School in te stellen; ooit was hij rector van het gymnasium Felisenum in Velsen: 'Ik geloof erg in de betrokkenheid van kunstenaars en kunst bij scholen' zegt hij, 'toen ik rector was, heb ik aan den lijve ondervonden wat kunst kan betekenen voor een school'. Tijdens zijn rectoraat organiseerde Ter Braak op het gymnasium de tentoonstelling 'Stof en Geest', waarbij hij een aantal kunstenaars vroeg voor de klaslokalen een kunstwerk te maken. Enkele jaren later volgde zijn overstap naar de beeldende kunst, toen hij directeur werd van de Vleeshal in Middelburg, een tentoonstellingsruimte voor hedendaagse kunst. Inmiddels is hij nu enkele jaren directeur van het Fonds BKVB, maar al eerder had hij te maken met de subsidiering van kunst op scholen: 'Ooit was ik voorzitter van de toetsingscommissie van de Mondriaan Stichting voor de scholenregeling. Toen de subsidie opgeheven werd, vond ik het een mooie gelegenheid de regeling om te draaien en uit te gaan van kunstenaars in plaats van de scholen. Het Fonds BKVB is tenslotte een subsidieverstrekker aan kunstenaars'.
Wanneer ik Ter Braak vraag of hij de regeling heeft ingesteld vanwege een maatschappelijk belang maakt hij een onderscheid: 'Niet vanuit het maatschappelijk belang, wel vanuit een onderwijskundig belang. Het onderwijskundig belang betekent het redeneren vanuit de leerling, wat jij denkt dat belangrijk is voor zijn verlangen of wereldbeeld'. Vanuit zijn schoolpraktijk kan Ter Braak zich inleven in de wereld van de scholieren: 'Ik geloof in effecten van de kunst, de kunst biedt een handreiking om op een andere manier de leefwereld in te richten. Veel kinderen zijn ontvankelijk voor kunst als die in de dagelijkse omgeving een plek krijgt. Kunst heeft een eigen bijzonderheid, op een school wordt een kunstwerk een totempaal voor de leerlingen waar ze hun dagelijkse beleving op kunnen projecteren'.
Ziet hij ook nog een effect van kunst bij scholieren op de langere termijn? Ter Braak noemt het voorbeeld van de kleurige vloer van kunstenaar George Korsmit die onder begeleiding van Kunst en Bedrijf in de hal van ROC Twente in Almelo werd gerealiseerd. Een opvallend kunstwerk, maar 'ik kan me voorstellen dat de leerlingen die die vloer zien, zich misschien niet realiseren dat het kunstwerk is. In ieder geval merken ze dat het een ander vloer is dan ze thuis hebben. Kunst kan op die manier een gesloten deel van het hart openen; ontvankelijkheid ervoor kan ontwikkeld worden en daardoor in later jaren nog steeds een effect hebben'.
Het Fonds BKVB zal hoge kwaliteit in de kunstopdrachten stimuleren. Ter Braak: 'Ik geloof in diversiteit van projecten, dat kunnen zowel concrete kunstobjecten zijn, als een proces of een evenement; als het maar een kunstwerk is dat een langduriger impact heeft in de herinnering van de school en zijn leerlingen'.
Kunst en Bedrijf heeft een grote ervaring in het begeleiden van de kunstopdrachten op scholen. Op de website van het Fonds BKVB wordt Kunst en Bedrijf dan ook met name genoemd als een bureau dat een 'professioneel advies en begeleidingstraject' kan verzorgen in het kader van de regeling Kunstenaars en Scholen.
Ter Braak heeft een duideljke mening over de adviserende rol van Kunst en Bedrijf: 'Ik ben er sterk voorstander van dat Kunst en Bedrijf in beeld blijft door zijn opgebouwde expertise. Ze bezitten een grote ervaring in dit soort processen, die voor scholen gecompliceerd zijn. Scholen zijn ook niet altijd bereid of in staat om die processen handen en voeten te geven. Door die deskundige begeleiding van Kunst en Bedrijf krijg je zeker een beter eindresultaat'.
Zal het Fonds BKVB nog voorwaarden stellen aan scholen wanneer ze een kunstopdracht willen starten? Ter Braak is daar ruimhartig in en wil zoveel mogeljk scholen in de regeling betrekken: 'Of het nu een basischool is in de provincie of in Amsterdam, een kleine of grote school, goed aangeschreven of slecht aangeschreven, dat is gewoon niet relevant. Het grootste belang voor mij is de betrokkenheid en de ambitie van de school om met de kunstenaars iets bijzonders tot stand te brengen'.
Terug naar overzicht nieuwsberichten |
|
 |
|
|